2020

 Op de plek van de rotonde

 

Het is echt waar, de rotonde gaat er komen. Van dorpsgenoten hoorde ik dat er al meer dan 30 jaar over gesproken is en nu is de aanleg eindelijk begonnen. Het wordt twee maanden moeilijk voor de Ten Posters en Kroddebuursters om met de auto bij elkaar te komen, maar gelukkig gaat dat te voet, al dan niet met de fiets aan de hand, nog prima.

Bij de voorbereidende werkzaamheden kwamen aan beide kanten oude boomstammen boven water. Een herinnering aan de tijd dat het Kroddebuurstermaar door houtzaagbedrijf Steenbergen werd gebruikt om boomstammen te “wateren”. Eikenstammen zonken naar de bodem. Stammen van lichtere houtsoorten bleven drijven. En daar weten mijn leeftijdgenoten die hier opgroeiden veel over te vertellen.

Maar langs dat Kroddebuurstermaar, lokaal beter bekend als Lutje Daip, liep de Molenweg (nu Eestumerweg in Kröddeburen) en bij de geschiedenis van het stukje Molenweg tussen School met de Bijbel en Korenmolen Olle Widde wil ik, nu daar weer alles op z’n kop gezet wordt, even stilstaan.

In 1832 (HISGIS.nl) waren de molen en de molenaarswoning de enige bebouwing in dit gebied. Op de kaart van 1864 is hier nieuwe bebouwing aangegeven. Van de school weten we dat die pas in 1907 gebouwd is, maar de tussenliggende bebouwing kunnen we beschouwen als de uitbreiding van Kroddeburen halverwege de 19e eeuw.
Uit dezelfde tijd stamt de uitbreiding van Ten Post aan de Bakkerstraat (nu Eestumerweg in Ten Post) en aan de Rijksweg tussen nu Eestumerweg en Oldenhuisstraat. Er was daar in 1832 alleen bebouwing langs de Trekweg. In die periode werd nog meer gebouwd, zoals vervangende nieuwbouw in de oude dorpskern van Kroddeburen en langs de Trekweg en nieuwbouw aan de noordzijde van de Wittewierumerweg (nu B Kuiperweg).

In 1962 staat de N360 op de kaart. Naast de school is nog een woning van het rijtje overgebleven. Op de kaart van 1970 is ook die woning verdwenen.

We hebben een foto waarop te zien is dat er vijf woningen stonden (op de kaarten is het precieze aantal niet te zien).









Tot 1954 hadden de gebouwen in de gemeente Ten Boer een huisnummer. Voor Ten Post en Kroddeburen begonnen die met de letter G. Langs die weg vonden we informatie over de panden op de foto.

G223, Eestumerweg 31, School met de Bijbel

1. G224, Eestumerweg 33, Woning afgebroken in 1963
Laatste bewoner Jan Olthof, voor hem Jan Slager (vertrok naar Thesinge), daarvoor Hendrik Schenkel (vertrok naar Loppersum) en tot 1958 Jan Bulthuis die naar Canada vertrok.
2. G225, Eestumerweg 35, Woning afgebroken in 1959
Laatste bewoner Derk Hofman (vertrok naar Winneweer) en voor hem Antje Postma, weduwe N.Bakker, die hier overleed. Voor haar woonde hier Frederik Brouwer, die verhuisde naar de Johan Rengersstraat.
3. G226, Woning afgebroken in 1954
Laatste bewoner Geert Bakker, die naar de Johan Rengersstraat verhuisde. Hij woonde eerder in de brugwachterswoning bij de draaibrug. Voor hem woonde hier tot 1945 de weduwe H. Heerema.
4. G227, Woning afgebroken in 1954
Laatste bewoner Sibrand Bakker, die naar de Johan Rengersstraat verhuisde. Daarvoor Jan Deinema, die in 1948 naar de Verenigde Staten vertrok. Hij kwam hier wonen vanwege de inundatie. De bewoner voor hem was Jan H Heerema die boer werd op boerderij Welgelegen aan de overkant (Nu Rijksweg 237).
5. G228, Woning afgebroken in 1954
Laatste bewoner Menno Huisman, die naar de Johan Rengersstraat verhuisde. Daarvoor tot 1945 Auke v.d. Veen, die naar Stadsweg 58, de Paddestoel, verhuisde.

G229, Eestumerweg 37, Korenmolen Olle Widde

In 1954 verhuisden de meeste bewoners naar de Johan Rengersstraat, die toen nieuw was. Het begin van de Nije Buurt, de naoorlogse uitbreiding van Ten Post. Van een slechte, ongeveer 100 jaar oude woning in Kroddeburen, naar een moderne nieuwbouwwoning in Ten Post.
Dat gold toen niet alleen voor dit stukje Molenweg. Ook verschillende oude woningen verderop in Kroddeburen werden verruild voor een woning in de Johan Rengersstraat of elders. Crisisjaren in Kroddeburen! Het is niet verbazend dat de naam Kroddeburen in onbruik raakte. Men ging het zien als een scheldwoord en maakte er Krotjeburen van. De bewoners van de nieuwbouwwoningen in de vooroorlogse uitbreidingen van Kroddeburen, aan alle drie uitvalswegen, wilden daar kennelijk niet mee geassocieerd worden.

Maar er was niet alleen sloop. Nieuwe bewoners kwamen van elders en zij knapten de oude woningen op, om zo betaalbaar in een vrijstaande woning op het platteland te kunnen wonen. Enkele verouderde woningen werden door nieuwbouw vervangen. Kroddeburen ging verder en hervond zich, ook al was het door de aanleg van de N360 kleiner geworden. In 1986 kwam de naam, nu met een umlaut, weer tot leven op de feestelijk onthulde plaatsnaamborden. Kröddeburen was weer een woonplek om trots op te zijn.

Als het goed is komen er straks bij de nieuwe rotonde wegwijzers te staan, met “Ten Post” naar het zuiden en “Kröddeburen” naar het noorden. Zo’n 65 jaar nadat er door de aanleg van de N360 een einde kwam aan 100 jaar aaneengesloten bebouwing.

Vadan de Bruijn, secretaris HVTP


Te Koop Bedrijventerrein Ten Post

Plotseling stond er een groot bord met deze tekst langs de N360. Wat is dat nou weer!
Thuisgekomen eerst maar even kijken in het bestemmingsplan waar in Ten Post een bedrijventerrein van 9400 m² zou kunnen liggen. Via ruimtelijkeplannen.nl kom ik er al snel achter dat het waarschijnlijk helemaal niet in Ten Post ligt, maar in Kröddeburen. Via het telefoonnummer van de betrokken makelaar vind ik de beschrijving al snel op diens website. Inderdaad in het akkerland aan de Stadsweg, naast van Nieuwenhuizen, ligt een kavel die “Bedrijf” als bestemming heeft, net als de kavel van van Nieuwenhuizen. Het bordje Te Koop dat er al langer bij staat had ik wel gezien, maar ik ging ervan uit dat het om landbouwgrond ging.
Hoe is hier een gebied met de bestemming “Bedrijf” gekomen?

In 1832 was deze toen nog onder Lellens vallende kavel eigendom van Jacob Jans Lanting. Hij woonde op een boerderij op het achter de bebouwing langs de Stadsweg gelegen Olle Heem. Deze boerderij wordt al in 1755 genoemd en staat getekend op de kaart van Beckering uit 1781.
De boerderij kwam in 1938 in handen van de familie Kiers op Dinghweer. Zij werd toen verpacht totdat de landerijen in 1949 bij die van Dinghweer werden gevoegd. Volgens het boerderijenboek werd de boerderij gesloopt in 1949. In werkelijkheid werd zij gesloopt in 1960. Van 1954 tot 1959 woonde de familie de Rooy daar.

In 1957 werden de landerijen van Dingweer en het Olle Heem weer gesplitst. De ene broer Kiers kwam op Dingweer, de andere bouwde aan de Stadsweg, voor het Olle Heem, een nieuwe behuizing en schuur. Die nieuwe boerderij werd in 1974 in het kader van de ruilverkaveling Loppersum-Stedum verkocht aan de Stichting Beheer Landbouwgronden.

In 1975 werden woning en schuur publiekelijk verkocht. Koper was Thom Meijer, die er zijn machinefabriek in vestigde. Hij voegde er in de loop van de tijd weer land aan toe. Het is aannemelijk dat de verplaatsing van de machinefabriek van de schuur van zijn vader op Hemert naar hier, aanleiding is geweest om het bestemmingsplan aan te passen. Daarbij werd mogelijk rekening gehouden met toekomstige uitbreiding.

In 2009 overleed Thom Meijer plotseling. Het onroerend goed dat hij in Kröddeburen verzameld had werd verkocht. Zijn eigen woning en de bedrijfsgebouwen werden verkocht nadat het bedrijf was verhuisd naar Stad. Dat gaf van Nieuwenhuizen de ruimte…

In het boerderijenboek staat een foto van de dobbe die Thom Meijer in het midden van de akker heeft laten graven. Bijschrift: “Een evenwicht tussen nieuwe natuur en cultuurtechnische verbetering”. Of die dobbe en de “vijvers” langs de Stadsweg behouden zullen blijven is een vraag. Geen knelpunt, want Thom Meijer heeft ons genoeg dobbes nagelaten. Zie het land tussen Stadsweg en N360 ten zuiden van Kröddeburen, dan zie je daar ook dat bord staan!

  

Vadan de Bruijn, secretaris HVTP


Zand onder de Klei

Begin september zijn Thea en ik toch nog even op de fiets weggeweest. We fietsten o.a. langs Slochteren en Zuidbroek en dat was een uitstekende gelegenheid om nu eens de plek te bezoeken waar het zand vandaan kwam toen onze woning gebouwd werd.

De zandwinningsplas ligt aan de Botjesweg, compleet met strandje. Het recreatiegebiedje heet “De Botjeszwembaai” (nooit eerder van gehoord). Daar zittend aan de picknicktafel bedenk ik waarom dat zand hier vandaan kwam en niet van dichterbij. In Ten Post zit dat zand diep onder de klei en hier zit het aan de oppervlakte. Daarom dus.
Deze zomer las ik daar een artikel over van W. Roeleveld uit 1970. Hij beschrijft daarin hoe de situatie in het Groningse kustgebied was aan het eind van het Pleistoceen, zo’n 10.000 jaar geleden.

Een zandvlakte die van het zuiden afliep naar de Doggersbank, ver weg in de Noordzee. In het gebied van de huidige provincie Groningen liep deze van net boven NAP in het zuiden tot 15 meter onder NAP waar nu de kustlijn is. Hoe was dat In ons gebied, van Dijkshorn en Eemskanaal in het zuiden tot Hemert en Winneweer in het noorden?













Op het kaartje zie je het reliëf van ons gebied aan het eind van het Pleistoceen in meters onder NAP. Het is een uitsnede van een kaart uit het artikel van Roeleveld. De rechte lijn, schuin in de hoek rechtsonder, is het huidige Eemskanaal. De rechte lijn linksonder die daarna golft en weer als rechte lijn rechtsboven eindigt is het huidige Damsterdiep.

Bij het Eemskanaal zat het pleistocene zand op -5 meter (5 meter onder NAP). Bij Ten Post is dat -7 meter en bij Hemert -9.
Op die plekken is het huidig oppervlak volgens de topografische kaart bij het Eemskanaal -1,1 meter, bij Ten Post +0,4 meter en bij Hemert +0,9 meter (dijken en wierden niet meegeteld).
Je zou dus denken een kleilaag van 3,9 meter bij het Eemskanaal, 7,4 meter bij Ten Post en 9,9 meter bij Hemert. Maar zo eenvoudig is het niet. In een tweede artikel uit 1974 vertelt Roeleveld wat er de laatste 10.000 jaar gebeurde. Het blijkt niet alleen om klei, maar ook om veen te gaan. Een ingewikkeld verhaal waarvan de feiten nog steeds overeind staan, maar de theorie ter discussie staat. Sindsdien is men er anders over gaan denken. Het gaat niet zozeer om een langzaam stijgende zeespiegel die af en toe weer een periode van daling kent, maar meer om het ontstaan van een kustlijn die soms wordt doorbroken en dan weer afgesloten.

Het begon allemaal met het smelten van de ijskappen op de polen, die in de ijstijden een enorme omvang hadden gekregen. De zeespiegel steeg en een steeds groter deel van die enorme zandvlakte verdween onder water. Toen het zeewater tot bij de huidige waddeneilanden kwam ontstond daar een natuurlijke dijk, die voorkwam dat het zeewater de zandvlakte erachter bereikte.
Die kustlijn was een aaneengesloten reeks van kwelderwallen en duinen op keileemruggen. Daarachter kon het zoute water niet meer komen, maar het zoete water kon er niet meer weg. Langzaam werd het steeds natter achter die barrière en dat bracht plantengroei met zich mee. In heel Groningen ontstond zo’n 6000 jaar geleden een bos met vooral berken en essen, want die gedijen goed in een natte omgeving, en af en toe riet. Dat is gebleken uit het onderzoek naar pollen in boormonsters uit de “basis” veenlaag die nu, zo’ overal in Groningen boven op het pleistocene zand voorkomt, ook bij ons.  Boven in die veenlaag gaat het vooral om riet, het was toen kennelijk te nat geworden voor bomen.

Toen vonden er “kustinbraken” plaats. Door natuurgeweld werden soms gaten in de kustlijn geslagen. Het zoute water stroomde dan naar binnen. Het veen werd plaatselijk weggeslagen of overspoeld met slib en er ontstonden binnenzeeën en zeeboezems, kwelders en kwelderwallen, die deels ook weer verdwenen als die gaten in de kustlijn weer dichtslibden. Als het zoute water weer weg was kon er weer veen gaan groeien. Dat alles herhaalde zich een aantal malen. Na veen op zand ontstond er klei op veen en veen op klei.

En bij Ten Post kwam dat allemaal bij elkaar, in het midden van een grote baai met in het westen het verlengde van de Hondsrug tot bij Pieterburen en in het zuiden de zandrug waarop Slochteren tot en met Farmsum nu gelegen zijn.
Er ontstond hier twee kwelderwallen. Een van Stedum tot Ten Post en een van Ten Post tot Wirdum. Die vormden samen een trechter waarlangs de zee het achterland kon binnenbreken en waarlangs de Fivel het water uit het achterland naar zee kon afvoeren. Dat gat tussen die kwelderwallen was soms groot, soms smal. En dat leidde uiteindelijk tot ons huidige landschap waarin die kustinbraken en vooral de getijderivier de Fivel zo veel sporen hebben nagelaten.













De fossiele meanders bij Kröddeburen en de inversieruggen bij Wittewierum zijn, net als de kwelderwal bij Lellens en Hemert nationaal erkend als aardkundig waardevolle gebieden.

Vadan de Bruijn, secretaris HVTP


De Gaswinning in Ten Post en Omstreken

De historische vereniging wil onder deze titel het verhaal gaan vertellen over wat de gaswinning heeft betekend voor ons gebied en de inwoners in de afgelopen 75 jaar met een open eind naar het volgende decennium, of wellicht zelfs de volgende twee decennia!
"Niets is moeilijker dan de geschiedenis herkennen als je er nog middenin zit." hoorde ik Geert Mak vorige week zeggen in de tv-documentaire In Europa.

Het wordt dus moeilijk, maar als we het nu niet doen hebben we straks geen antwoord op de vraag: “Hoe was dat, die gaswinning, voor de mensen in Ten Post?”. Die vraag krijgen we nu al, bijvoorbeeld van gasten in de B&B, maar die zal in de toekomst steeds vaker gesteld worden. Ook door volgende generaties Ten Posters. Ik zit ook zelf met die vraag. Het laatste decennium heb ik zelf meegemaakt, maar de 65 jaar daarvoor?

Daar komt nog bij dat we er eigenlijk liever niet over praten. De impact op ons leven is daarvoor te groot. Het verleden is pijnlijk, de toekomst onzeker. Nog maar een paar mensen hebben door versterking of vervanging van hun huis het einde van het verhaal, voor wat hen persoonlijk betreft, bereikt. En dan nog onder voorbehoud dat nieuwe bevingen geen nieuwe schade bij hen zullen aanrichten.

En zeg nou eens eerlijk, heb jij een helder beeld van wat er achtereenvolgens allemaal gebeurd is? Vooral het laatste decennium was het toch vooral verwarring?
Bodemdaling, Schade, Waardevermeerdering, Quick scan, Schadeherstel, Compensatie Waardevermindering, Inspecties, Versterkingsadviezen, Versterking in eigen beheer, enzovoort, enz.
Heeft de gaswinning ons geraakt? Ja, meer malen.

Wat we niet willen is een zwartboek maken met persoonlijke verhalen over hoe moeilijk we het gehad hebben.
Wat we wel willen is de feiten op een rijtje zetten over
- hoe de komst van het gas ons leven in Ten Post veranderde
- hoe hier door bodemdaling en aardbevingen ellende ontstond
- hoe inadequaat hier door de NAM en de overheid op gereageerd werd
- hoe de overheid een ingrijpende versterking van onze woningen in het vooruitzicht stelde om toch met gaswinning door te kunnen gaan
- hoe die overheid vervolgens weer alles deed om die versterking te vertragen
- hoe de komst van wisselwoningen het dorp onder druk zette
- hoe het streven van de woningbouwvereniging om die wisselwoningen niet te hoeven gebruiken leidde tot ontvolking en een naargeestige leefomgeving.
- hoe ….

Het is de bedoeling dat dit verhaal gaat ontstaan op onze website (hvtp.nl onderwerp Gaswinning).
Daar staat al een voorlopige hoofdstukindeling. 27 hoofdstukken, waarvan de laatste 5 voorlopig nu nog toekomst zijn.

Bij enkele hoofdstukken is al een eerste aanzet van het verhaal opgenomen. Bij andere zijn er alleen nog maar enkele notities. Veel hoofdstukken zijn nu nog leeg. Geen van de hoofdstukken is al afgerond. We beginnen dus nog maar net en we hebben hulp nodig. Uw hulp, beste plaats- of streekgenoten. Iedereen die mee wil schrijven is van harte welkom. Iedereen die iets wil melden eveneens. We willen het verhaal samen schrijven, zodat het ons verhaal wordt.

Lees het verhaal in wording op hvtp.nl, mail je bijdrage naar hvtpeo@gmail.com

Vadan de Bruijn, secretaris HVTP