2018

Maren en Tochten

Toen ik 7 jaar geleden aan de Eestumerweg kwam wonen kende ik natuurlijk al het Damsterdiep en het Eemskanaal. Al snel kreeg ik te horen dat de waterloop aan de overkant het Lutje Daipke was en ik werd ook gewezen op de Ten Poster Ae (waar ooit het schip Bonito tijdens de tewaterlating op de bodem strandde).
In de loop der jaren leerde ik nog een aantal namen van waterlopen in ons gebied kennen, zoals Westerwijtwerdermaar, Lustige Maar en Kroddebuurstermaar, zoals het Lutje Daip eigenlijk heette.
Maar toen ik er van de winter echt eens naar op zoek ging, kwam ik een ware schat aan namen voor de waterlopen in ons gebied tegen. Die vond ik in de legger watersystemen 2012 op de website van het waterschap Noorderzijlvest. We hebben ze zo overzichtelijk mogelijk op de website van de historische vereniging hvtp.nl gezet (tabblad Water), met per waterloop een kaartje (uitsnede van de legger) en een omschrijving.

Op de legger staan, naast Damsterdiep en Eemskanaal, maren, tochten en sloten. De laatste zonder naam. Om een indruk te geven volgt hier een opsomming van de maren en tochten. Kunt u zelf eens kijken welke u bij naam kent en welke niet. En die u niet kent kunt u via onze website vinden.

Maren: Bloemhofstermaar, Dijkshornermaar, Huisbuurstermaar, Katerhalstermaar, Kloostermaar, Kroddebuurstermaar, Lellenstermaar, Lustigemaar, Tappeweerstermaar, Westerwijtwerdermaar.

Tochten: Ankertocht, Bouwlusttocht, Hemertertocht, Kloosterbosschertocht, Kollerijgstertocht, Lellenstertocht, Schoenlapperstocht, Swierenga’s tocht, Ten Postertocht, Tichellandstertocht, Tusschendijkstertocht.

Op de legger is ook de loop van het water aangegeven en daaruit blijkt dat de werkelijkheid soms heel anders is dan je in eerste instantie zou verwachten.



















Ik dacht dat het Lellenstermaar het water van het gebied rond Lellens afvoer naar het Westerwijtwerdermaar, maar daar blijkt alleen maar een inlaat te zijn. Het loopt de andere kant uit om net voorbij Lellens uit te monden in de Lellenstertocht. Die loopt even verder naar rechts, op de plek waar het water van de Brommerijtocht er bij komt. Halverwege Kröddeburen gaat de Lellenstertocht opnieuw naar rechts, op de plek waar de Tichellandstertocht erbij komt. De Lellenstertocht gaat dan onder de Borgweg door om iets verder voor de derde keer naar rechts te gaan, op de plek waar Swierenga’s tocht erbij komt. De Lellenstertocht kruist dan (met een sifon) het Lellenstermaar en stroomt verder naar  de Hemertertocht. Via het gemaal Hemert komt het dan eindelijk in het Westerwijtwerdermaar.

Mogelijk weet u nog meer te vertellen over deze waterlopen en hoe het vroeger was, want uiteraard is alles niet altijd zo geweest. We zouden het leuk vinden als u dat doorgaf, dan kunnen wij de informatie op de website aanvullen.

Vadan de Bruijn, secretaris HVTP                                                                           hvtpeo@gmail.com


Bloemen op de Armenlap

In februari 2017 lagen er bloemen op de Armenlap van onze begraafplaats aan de Bloemhoflaan. Op de Armenlap werden vroeger de mensen begraven die te arm waren om de begrafenis zelf te betalen. Die bloemen waren afkomstig van de crematie van Kees Bakker. Kees waardeerde het zeer dat er in 2013 een monument op de Armenlap geplaatst was. Een groot deel van zijn familie ligt er begraven. Het leek hem een goede bestemming voor de bloemen van zijn eigen crematie.
Een jaar later kwam het fotoalbum van de moeder van Kees, Trijntje Poort, in het bezit van de historische vereniging.
Twee aanleidingen om stil te staan bij de Ten Poster familie Bakker-Poort.

Boerenknecht Harm Bakker uit Appingedam trouwde in 1907 in Loppersum met dienstmeid Trijntje Poort uit Zeerijp. Zij kregen samen zeven kinderen, achtereenvolgens in Zeerijp, Ten Post, Westeremden, Zeerijp, Lellens, nog eens Lellens en tot slot Ten Boer. Het gezin wisselde in het begin dus nog al eens van woonplaats, waarschijnlijk het gevolg van telkens weer een jaarcontract bij een andere boer. Maar uiteindelijk woonde het gezin tot 1957 in Ten Post.






































 

 

 








Op de foto zien we Harm Bakker als tweede van links, met pijp in de mond. Het schip lag langs de Trekweg. Boven het hoofd van Harm is de Kroddebuurstertil te zien.

Drie van de zeven kinderen, Jan, Martje en Kees, trouwden en gingen het huis uit.
De overigen, Grietje, Berendina, Derktje en Lammechien, bleven tot hun dood bij hun moeder wonen.

Lammechien was de eerste die op de Armenlap begraven werd. Zij overleed in 1937 toen ze nog maar 20 jaar oud was.
Twee jaar later overleed Vader Harm, 58 jaar oud, die ook zijn laatste rustplaats op de Armenlap vond.
Weduwe Trijntje woonde met haar dochters tot 1941 op Eestumerweg 14 (thans een nieuwe woning op andere plek). Toen verhuisde ze naar een woning rechts achter de houtzaagmolen van Steenbergen, Rijksweg 231.











Berendina overleed in 1956, 45 jaar oud, en werd als derde van het gezin begraven op de Armenlap.

Trijntje verhuisde in 1957 met Grietje en Derktje naar Termunten. De woning Rijksweg 231 werd toen afgebroken.
IN 1961 en 1966 overleden in Termunten Grietje, 54 jaar oud, en Derktje, 52 jaar oud. Zij werden als vierde en vijfde begraven op de Armenlap in Wittewierum.
Nog een jaar later, in 1967, overleed moeder Trijntje, 88 jaar oud. Zij werd als laatste van het gezin op de Armenlap begraven.

Vijftig jaar later overleed Kees. Na zijn crematie lagen er bloemen bij het monument op de Armenlap.

In het fotoalbum zijn maar weinig foto’s van de gezinsleden opgenomen. Voor foto’s waren ze kennelijk te arm. Wel van Kees, die al jong de kost kon verdienen. Hij werkte op de houtzaagmolen van Steenbergen en staat op onderstaande foto in het midden voor de mast.
In het album vooral foto’s van verdere familie, met name die in Amerika.











Zie volledig verhaal op onze website hvtp.nl -> mensen -> families -> Fam. Bakker-Poort
Daar vindt U ook meer foto’s.

Vadan de Bruijn, secretaris HVTP                                                          hvtpeo@gmail.com


De nieuwe tijdelijke woonplek van menig Ten Poster

Toen het mailtje van Karla over de uiterste inleverdatum voor Dorpsnieuws binnen kwam, had ik nog geen onderwerp voor deze column. Ik keek naar buiten en zag een graafmachine aan het werk op de plek waar de wisselwoningen zullen komen. Dat is een onderwerp voor later dacht ik, ook die wisselwoningen zullen ooit geschiedenis zijn.

Maar wat weten we eigenlijk van de geschiedenis van die plek, die in de komende jaren de tijdelijke woonplek van een heleboel Ten Posters zal zijn. Ja, ik heb toch een onderwerp.

Het stuk land waarop de wisselwoningen gebouwd gaan worden is een deel van het land tussen Rijksweg, Eestumerweg en Stadsweg dat in de late Middeleeuwen behoorde tot een Kloosterplaats van de abdij van Wittewierum.

Aan de zuidoostkant lag (over het huidige Damsterdiep) Huisburen, een middeleeuws buurtschap op een wierde, dat al lang niet meer bestaat. Aan de zuidwestkant het buurtschap Kroddeburen dat de tand des tijds heeft doorstaan en aan de noordwestkant, op de grens met het kerspel Stedum, lag en ligt de Stadsweg, nog altijd een onverharde kleiweg. Aan de noordoostkant lag de in 1765 gesloopte borg Tammingahuizen, waarvan het borgterrein nog steeds bestaat, en de wierde Oldersum. Eveneens een middeleeuws buurtschap dat niet meer bestaat. Beide wierden zijn helaas afgegraven.































V












Van 1594, toen de bezittingen van de kloosters in beslag werden genomen, tot 1770 was het een Provincieplaats waar we wat meer van weten door een in 1734 getekende kaart. Daarop is de Provincieplaats in detail beschreven. De percelen die bij de boerderij horen zijn genummerd en om die percelen heen is vermeld wat daar is en wie daarvan de eigenaar of gebruiker is.

De wisselwoningen worden gebouwd op perceel 9, aan de Damsterdiepkant. Dat is ten zuiden van het perceel dat niet bij de Provincieplaats hoorde, maar eigendom was van de heer Rengers van Farmsum.

De gronden van de Klooster-/Provincieplaats lagen deels in de Oldersumereed en deels in de Huisbuurstereed. Op het eerste oog lijkt dat apart, want die gronden lijken als we de N360 wegdenken een aaneengesloten geheel. Maar dat was kennelijk eerder niet zo.
Oude kaarten laten zien dat het stukje Damsterdiep op deze plek geen oud stukje Fivel is, maar een kanaaltje waarmee een bocht in de Fivel werd afgesneden. Als je die oude kronkels van de Fivel bestudeert, dan kun je ook concluderen dat de Fivel ook liep op de grens tussen de percelen 3 en 8 en die tussen perceel 9 en het perceel dat in 1734 van de heer Rengers was. Het zuidelijk deel hoorde dus waarschijnlijk bij de Huisbuurstereed, terwijl het noordoostelijk deel bij de Oldersumereed hoorde. Perceel 9 lag direct ten westen van Huisburen, oorspronkelijk zonder diep daartussen.

Onder de percelen is het Kroddebuurstermaar getekend, ook een oud stukje Fivel. met een brug in de Trekweg langs het Damsterdiep, de Kroddebuurstertil. Linksonder wordt het Tichelwerk (Steenfabriek) aangegeven die in de 17e en 18e eeuw in Kröddeburen stond. Op die plek stond later eerst het buitenhuis Oostbroek, daarna de boerderij Oostbroek (afgebroken 1929) en nu de woning met die naam.

In het boerderijenboek kun je lezen wie de gebruikers waren van de Provincieplaats van 1659 tot 1770 en wie daarna achtereenvolgens de eigenaren waren. In 1816 bouwde de toenmalige eigenaar een nieuwe plaats waarvan de schuur er nog steeds staat en noemde die “de Plaats Welgelegen”.

Op de kaart wordt een molenheem vermeld. Dit is het heem waar nu de Olle Widde staat. Het molenheem dat we nu nog kennen (tussen Eestumerweg en Rijksweg) is van recentere datum. Daar stond de molen Nooitgedacht van 1856 tot 1946.






















Op de luchtfoto uit 1935 molen Nooitgedacht rechts in het midden. De boerderij Altemaheerd aan het Damsterdiep boven “perceel 9”. Daarboven een ovaal van drie percelen boven en een onder de Oldersumerweg. De plaats van de wierde Huisburen.
Links van Altemaheerd de steenfabriek van Bolhuis (1876 – 1936).
Opmerkelijk dat in de perceelindeling na tweehonderd jaar nog steeds het perceel dat eigendom was van de heer van Farmsum te herkennen is en dat is gedeeltelijk nu nog het geval.

Overigens, die heer Rengers van Farmsum was Egbert Rengers, kleinzoon van de kleinzoon van “onze” Johan Rengers van (de straat in) Ten Post. Hij kocht in 1737 de Collatie- en Eesterrechten van de van Ewsums van Tammingahuizen en werd daardoor "heer van Tammingahuizen en heer van Ten Post". Na ruim een eeuw was de familie Rengers hier weer aan de macht. 

Perceel 9, 10 en 11 werden in de jaren 50 van de 20e eeuw van het geheel afgesplitst door de aanleg van de N360. Sindsdien werden op perceel 11 twee grote loodsen gebouwd, en nu dus op perceel 9 de wisselwoningen.
Er ontstaat nu een “tijdelijk” buurtschap bijna op de plek waar ooit Huisburen lag.
Zou “Huisburen” niet een mooie naam zijn voor het wisselwoningcomplex?

Vadan de Bruijn, secretaris HVTP


De Kerk van Lellens

Toen Lellens nog een klein buurtschap was op de eeuwenoude wierde met daarnaast het “Huis te Lellens”, de borg, waar Hillebrandt Gruijs woonde die onder meer Hoofdeling te Stedum was. Lellens viel toen nog onder Stedum waar Johannes Clant eveneens Hoofdeling was. Door onderling rechten en bezittingen te ruilen wist Clant Heer van Stedum te worden en Gruijs Heer van Lellens. Lellens werd toen een zelfstandig rechtsgebied binnen Fivelingo.

En een beetje Heer is natuurlijk ook Unicollator van een kerk, zoals de familie Rengers dat was in Wittewierum. Een collator had inspraak in de benoemingen, een unicollator kon dat zelf bepalen. Gruijs ontving een bijdrage in de bouwkosten van kerk en pastorie uit de kerkgoederen van Stedum en liet verder voor eigen rekening een kerk en pastorie op een onbebouwd deel van de wierde van Lellens bouwen. Daar kwam toen of later ook nog een kosterij met schoolklasje bij.

Vanaf dan kunnen we Lellens een dorp noemen, met kerk en met een eigen nieuwe onderscheijden gemeijnte tot Lellens.

Op 1 en 2 september 1667 stapten de inwoners van de buurtschappen Lellens en Hemert  die voordeese ledematen der Ware Gereformeerde Christelijcke Gemeijnte zijn geweest in Stedum over naar de nieuwe gemeente.
Het betrof:
- De borgheer met vrouw en 2 kinderen,
- 20 inwoners van Lellens en Hemert,
- De nieuwe dominee en
- De nieuwe schoolmeester, die van Wittewierum kwam.

In het kerkregister zien we in de jaren daarna vele namen van nieuwe leden en enkele vertrekkende leden voorbij komen.
Daaronder ook:
- het echtbaar Brontsema, bewoners van Dinghweer, die in de kerk een mooie grafsteen hebben
- Roelef Claesen van ’t Tichelwerck een man van hoogen ouder over de 70 jaar
Het tichelwerk lag, waar nu het huis Oostbroek staat, net als Dingweer in “Kroddeburen onder Lellens”, met kerkepaden verbonden met het dorp Lellens.

In 1700 werd een herenbank in de kerk geplaatst, vermoedelijk door de zoon van Hillebrant Gruijs, Berent. Begin 18e eeuw kwam er een tweede herenbank bij. Later zijn daarop de wapens van andere borgbewoners aangebracht.

In 1837 maken 9 gemeenteleden per brief kenbaar dat zij zich van het Hervormd kerkgenootschap afscheiden. Mogelijk hebben zij zich toen aangesloten bij de gereformeerde kerk van Stedum die een jaar daarvoor door ds. De Cock zelf was opgericht.

In 1880 maakte mevrouw Wijchel, laatste bewoonster van de borg die er toen al niet meer woonde, gebruik van haar Collatierecht bij de benoeming van een nieuwe dominee. Het collatierecht is in Nederland bij de grondwetsherziening van 1922 afgeschaft.

Tussen de jaren 1936 en 1952 schommelt het aantal lidmaten van de gemeente Lellens rond de 25 en in de jaren 60 zakt dat onder de 20.

Inmiddels is de Hervormde Gemeente Stedum, Lellens, Wittewierum en Ten Post ontstaan.

In de kerk verwijst het rouwbord naar de macht van de vroegere borgbewoners over kerk en rechtsgebied. Helaas moeten we het nu doen met een kopie. Het origineel werd door een nazaat van de laatste borgbewoners stante pede opgeëist en door een daarmee overvallen koster aan hem afgegeven.
Laten we hopen dat de erfgenamen ooit de edelmoedigheid hebben het originele rouwbord aan de kerk en dus aan het dorp Lellens terug te geven zo nodig in bruikleen.

 

Lees meer plaatselijke geschiedenis op hvtp.nl                                Vadan de Bruijn, secretaris HVTP