Informatiebord Tuwinga



TUWINGA


Drie eeuwen Familie Rengers op de borg Tuwinga

15e eeuw

In de eerste helft van de 15e eeuw was Edze Tuwinga eigenaar van de borg. In de tweede helft van die eeuw werd Egbert Rengers Heer van Tuwinga door in 1465 te trouwen met erfdochter Bouwe van Tuwinga. Hij was in 1460 al Heer van Oldenhuis en Hoofdeling van Ten Post geworden.


Wapen Rengers voor 1508

Egberts verre voorvaders woonden op het kasteel Ailsum een steenhuis bij Huisburen, dat in 1397 door de Schieringers werd verwoest.

Zijn vader, Ditmar II was net als zijn grootvader Johan I en overgrootvader Ditmar I, een of meer keer burgemeester in Stad. Hij werd Heer van Oldenhuis en Hoofdeling van Ten Post door te trouwen met Hisse Ackinga, erfdochter van Oldenhuis.

Johan II volgde in 1501 Egbert op als Heer van Tuwinga en Oldenhuis en als Hoofdeling van Ten Post, Garrelsweer etc.

Johan II koos voor de kant van de Hertog van Saksen, die hem beleende met extra gebieden. De Groningers pikten dat niet en verwoestten en plunderden Tuwinga in 1499. Hij kocht de borg Oldenhuis en herstelde en verhuurde de borg Tuwinga.


abdij Bloemhof, borg Oldenhuis en borg Tuwinga

 

16e eeuw


Wapen Rengers na 1508


Edzard I werd na Johan II Heer van Tuwinga en Hoofdeling van Ten Post. Oldenhuis ging naar zijn broer.

Zijn zonen Tjeert en Wilco waren actief bij de Beeldenstorm in 1566 en werden daarvoor veroordeeld door de bloedraad. Zij vluchtten naar Oost-Friesland en sloten zich aan bij de piraten, de latere Watergeuzen.  

Tijdens de tachtigjarige oorlog had Tuwinga te lijden van bezettingstroepen: in 1569, 1581 en 1590.

Zoon Johan III, dè Johan Rengers van Ten Post, werd samen met zijn vader en veel andere Ommelander Jonkers door Stad in 1577 gegijzeld. Hij ging in 1580 met zijn gezin en zijn vader Edzard in vrijwillige ballingschap in Oost-Friesland.

Daar begon hij zijn kroniek te schrijven en daar leerde hij Ubbo Emmius kennen.

Na de Reductie van Groningen in 1594 keerde hij terug naar Tuwinga.

Hij vervulde na 1594 allerlei hoge ambten, in het Gewest Stad en Lande, in de Gereformeerde Kerk en in de Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden.




 

Johan Rengers van Ten Post

Ommelander Jonker
Geboren Ten Post, 5 maart 1542
Gestorven Ten Post, 8 sept 1626


17e eeuw

Edzard II volgde zijn vader op als Heer van Tuwinga, Jonker en Hoofdeling van Ten Post etc.

Edzard II was burgemeester in Stad, Lid Gedeputeerde Staten, Drost van Wedde en Westerwolde, Overste Schepper der Drie Delfzijlen en Bewindvoerder W.I.C (alszodanig betrokken bij Slavenhandel).

Hij kocht samen met zijn broer Rempt de borg Oldenhuis en nam later Rempts deel over van diens weduwe. Hij liet de borg Tuwinga moderniseren en vergroten.

Na hem volgden nog Egbert II en Edzard III, die in 1693 de borg Farmsum kocht en Heer van Farmsum en heel veel meer werd. Hij verliet Tuwinga.

borg Tuwinga in de 16e eeuw


Ontstaan Tuwinga en Oldenhuis









    actuele situatie met borggrachten

In de prehistorie was de getijderivier de Fivel tussen Ten Post en Woltersum een brede inbraakgeul in het veengebied. Die geul slibde dicht. Daarna werd hier klei afgezet. Bij de met klei overdekte geulen klonk de bodem minder ver in dan waar klei op veen was afgezet en zo ontstonden inversieruggen in het landschap.
Op die hoge ruggen werden wierden opgeworpen: Tuwinga, Wittewierum en een aantal huiswierden. Op het hoogtekaartje zijn die ruggen gele gebieden in het groenblauwe laagland. De wierden kleuren bruin. Linksboven de kwelderwal Ten Post/Stedum en het Damsterdiep.

In de middeleeuwen werden 2 steenhuizen gebouwd op de inversierug tussen Ten Post en Wittewierum. Tuwinga ten noorden van de wierde Tuwinga en Oldenhuis ten zuiden daarvan.









     hoogtekaart met borggrachten


Tuwinga vanaf 18e eeuw









Tekening van Beckering, Tuwinga in de 18e eeuw

18e eeuw

Er woonden nog Rengersen op Tuwinga tot 1742. Daarna werd de borg verhuurd.
In 1737 kocht Egbert III de rechten van Tammingahuizen en Ten Post van de nazaten van de van Ewsums.

In 1788 werd de borg door Duco Gerrold Rengers van Farmsum op afbraak verkocht.

Na de afbraak

De borgstee en de ernaast gelegen wierde werden gedurende anderhalve eeuw verhuurd als landbouwgrond.

Toen rond 1930 de Woldjerweg werd aangelegd, werd een deel van de grond door Duco Gerrold Rengers Hora Siccama uit Utrecht daarvoor afgestaan. De Borgstede werd geëgaliseerd en de grachten werden gedempt. De resterende grond werd verkocht en maakt daarna deel uit van Boerderij Oldenhuis.

Foto’s Groninger Archieven en HVTP

Kaarten Openstreetmap en AHN