Artikel gevonden in archieven, niet duidelijk of het ooit ergens in deze vorm gepubliceerd is.
Een verkorte versie van dit verhaal komt voor in het boek INUNDATIE, 1944-1945 in woord en beeld, waarvan de schrijver van dit artikel een van de samenstellers was.
15 april 1995 is het precies 50 jaar geleden, dat de Canadezen hier, Zondagochtend om een uur of elf een vuurgevecht leverden met de terugtrekkende Duitsers.
Deze trokken over de noordelijke dijk van het Eemskanaal vanuit Groningen richting Delfzijl en een groep Duitsers uit Ten Post, die zich bij deze terugtrekkende Duitsers zouden voegen op het Eemskanaal, om deze zo nodig steun te verlenen.
Dit doel werd niet bereikt en het liep op een vuurgevecht uit.
Die bewuste zondagochtend, ten huize van S. Buitenkamp Sr. hoorden we tegen een uur of 9 al een explosie uit de richting Groningen. "Wat zal dat kunnen zijn", vroegen we ons af.
In de verte uit de richting Slochteren hoorden we ook al het geschut van de bevrijders en zodoende werd er van alles verondersteld.
Maar zo ongeveer 20 à 25 minuten later weer zo'n explosie en duidelijk dichterbij.
Weer zo'n 25 minuten later weer één en weer heviger.
Toen kwam Sebe Sr. met de mededeling bij ons, dat de Duitsers vermoedelijk bij het Eemskanaal langs trokken, richting Delfzijl en al de bruggen in de lucht lieten vliegen.
Dit bleek juist te zijn, want weer 25 minuten later weer een explosie en nog heviger.
"Dit zal brug 5 bij Ten Boer zijn", zegt hij.
Het verloop was nu duidelijk, want 20 minuten later, ging bij Woltersum brug 6 de lucht in met een enorme explosie.
"Al de ramen en deuren open," zegt hij, "want zo meteen gaat brug 7 hier".
We zaten in spanning te wachten op de dingen, die zouden komen. En dan plotseling een hevig mitrailleurvuur.
Op hetzelfde moment nadert ook nog een bekende sleepboot n.i. de "Athleet" (Kapt. August) uit Delfzijl met een sleep, bestaande uit twee schepen.
De spanning stijgt, wat gaat er gebeuren, vragen wij ons af.
Het mitrailleurvuur houdt aan en de verwachte explosie blijft uit.
De vooruitgeschoven Canadese tanks uit de richting Schildwolde, waren terzelfdertijd bij de brug als de Duitse vernietigingsploeg en de sleep met de "Athleet".
De "Athleet" gooide voor de brug de sleep nog los, kwam nog door de openstaande brug, (deze stond altijd open voor de scheepvaart, aangezien geen landverkeer mogelijk was door het inundatiegebied), maar zo'n 50 meter na het passeren van de brug, werd deze door het Canadese tankgeschut onder vuur genomen en beschadigd, tegen de dijk gelegd en vervolgens door de schipper en de meevarende Duitsers verlaten.
De projectielen die de "Athleet" misten, kwamen in een korenbult bij de boerderij "Washuis" terecht, met als gevolg dat deze in brand vloog.
Terzelfdertijd kwamen enkele granaten in Wittewierum terecht, waaronder een voltreffer in het dak van de boerderij "Bloemhof" en enkele in het 'Kleigat' van Boekhout.
Plotseling glasgerinkel en stapt een Duitse soldaat uit het 'Binhoes', de keuken binnen. Deze durfde niet voor het huis langs te lopen en stapte zo door een raam binnen. Meteen kreeg hij van Sebe Sr. een vloeksalvo over hem heen, wat totaal geen indruk op hem maakte. Hem wachten nog hetere vuren.
Wat gebeurde er meer? Een groepje Duitsers kwam uit Ten Post, hadden daar een viertal jongens, die bij de weg stonden te kijken bevolen om mee te gaan en de munitie te dragen, om alsnog brug 7 in de lucht te laten vliegen. (Brug 7 is thans Bloemhofbrug). Een zware last voor de jongens t.w. Jakob Wiersema, Valko Klont, en Gebr. Harm en Gezienus Kuiper.
In wittewierum aangekomen waren ze al doodmoe van dat gesjouw en haalde een van de jongens de kruiwagen van de mesthoop van boerderij Bloemhof, om daarin de last verder te vervoeren.
Toen de Duitsers waren afgedropen richting Ten Post, zei oude Seeb: "Ga eens kijken bij brug 7, hoe het er bij staat."
Wij met z'n drieën, Sebe, Siep en ik, in de boot met een witte kussensloop aan een stok naar brug 7.
Toen we de brug naderden kwamen direct twee Canadezen op ons af.
Daar ik met ze kon praten, vertelde ik hen dat de Duitsers zich terug getrokken hadden naar Ten Post. Zij wilden daar wel even polshoogte nemen en zodoende namen zij de boot over.
Hun bewapening legden ze in de boot, de een ging aan de riemen zitten en de andere vroeg me, wat hij met deze 'Wooden shoe' (klomp) moest doen.
Ik vertelde hem waar deze voor diende en deed hem voor, hoe hij het water uit de boot moest hozen.
En toen ging het tweetal, de een roeien, de andere hozen, in de richting van Ten Post.
De tanks van het Canadees leger stonden aan de andere kant van het kanaal en de schepen lagen tegen de zuidwal. Deze zaten vol met geroofde goederen, die de Duitsers nog mee naar hun Heimat wilden nemen.
De lading bestond uit grote Edammer kazen, droge worsten, flessen wijn, Kölnisch wasser, wekkers, Goudse kaarsen, te veel om op te noemen.
Al deze artikelen waren zeer geliefd bij de plaatselijke bevolking en er speelden zich toestanden af om nooit te vergeten.
Van de andere kant kanaal kwamen mensen met paard en wagen er op af om zich zoveel mogelijk spullen toe te eigenen.
Zo hoorden we iemand zeggen, terwijl hij onder elke arm twee van die grote Edammer kazen had van elk +/- 12 kg: "Die ga ik onder de armen verdelen".
Later zei Sebe tegen me: "Weet je wel Jakob, wie hij daarmee bedoelt?". Ik zei: "Ja, de arme mensen natuurlijk". "Neen", zegt Sebe, die hem goed kende: "Z'n eigen linker en rechter arm".
Toen wij naar huis konden, moesten we de Canadezen beloven, dat we de volgende dag met het carbidtoestel en snijbrander zouden komen om de zaak te klaren.
Die nacht zijn Siep en ik niet wezen slapen, uit vrees dat de Duitsers nog weer terug zouden komen en hebben we de hele nacht in de loods in de Marshall machine gezeten.
De volgende morgen ben ik met Sebe er weer heengegaan. Een boot er bij genomen waar het enorme carbidtoestel, zuurstoffles, slangen en snijbrander in ging.
Daar aangekomen, werden we door de bevrijders hartelijk ontvangen, maar eerst moest het carbidtoestel weer in gereedheid worden gebracht en toen alles weer klaar was, sneed Sebe het materiaal wat in de weg zat er af en kon de brug er tussen worden getrokken, zodat de eerste tanks er over konden en richting Woltersum gingen.
Die avond keerden de tanks terug bij de brug en plotseling tegen een uur of 12 een hevige explosie, gevolgd door steekvlammen en kleinere explosies. Het leek wel een uiteenspattende krater van een vulkaan.
Van de richting Delfzijl, het is nooit duidelijk geworden of het door geschut of door een pantserfaust is gebeurd, werd nog een tank totaal vernield, vloog in brand en al het munitie vloog exploderend in de rondte.
Toen we de volgende morgen gingen kijken, was er enkel een stuk verbrand en verwrongen materiaal over. Uit elkaar gescheurde granaathulzen, gereedschap, alles lag her en der verspreid, maar er waren geen slachtoffers gevallen.
Aan de andere zijde is voor ons nooit bekend geworden of er slachtoffers zijn gevallen, maar volgens geruchten, zijn er mangaten gedicht, met de daarvoor bedoelde inhoud.
Waar dit zich allemaal 45 jaar geleden afspeelde ligt nu de nieuwe Bloemhofbrug over het Eemskanaal in de verkeersweg Ten Post - Schildwolde.
D e z e b r u g w a s n i e t t e v e r .