’t Was steeds een rustig dorpje,
Daar aan het Damsterdiep
Dat als in stil vertrouwen
Aan wei en akker sliep.
Zijn nijvere bewoners,
’t Landvolk en burgerij
Ze leefden steeds volkomen
In vree en harmonij.
Het dorp Ten Post doorkruist
Wijl ‘k vele blijde jaren
Als kind daar heb gehuisd.
‘k Heb veel herinneringen
Aan ’t daip en til en draai
En aan kwajongensstreken,
Deez meer, die minder fraai.
Maar nu ik ging betreden
Na lange afwezigheid
Dat plekje van ’t verleden
Scheen ’t al onwezenheid:
Ik ken niet meer de menschen
Van d’oude huizenrij;
Ik sta verbaasd te kijken
’t Verleden is……. voorbij!
Aan ’t oude Damsterdiep
Dat, als in vroeger dagen,
Nog steeds Ten Post doorliep.
Ik vroeg daar aan het water
Vlak bij ’t bekend hotel
Waar vroeger Koopman woonde:
Is dit Ten Post nog wel?”
Het was daar zoo’n getoeter,
Geblaas en geclaxon
Dat ik mijn eigen woorden
Ten halv’ verstaan maar kon.
De stof-opjagende auto’s
Vervulden heel de lucht
Met krijschend-gillend seinen
En dreunend hoorn-gerucht.
’t Werd mij verteld als waarheid,
Dat men op elke dag
Geregeld tachtig malen
’n Auto passeeren zag.
Terwijl w’in mijn tijd reisden
Met “bersie”* en met “boot”;
Toen waren boot en bersie
De redders in de nood.
Het vorderde twee uren
Als men ter stad eens wou,
En toch vond men zulk reizen
In dien tijd goed en gauw.
Thans wendde zich het blaadje en
met geraas, getier,
Reist men denzelfden afstand
Zoowat in twee kwartier.
‘k Zie met gemengd gevoelen
Dien reuzen-ommekeer;
Ten Post ligt midden in het
Moderne Snelverkeer!
Ten Post is uit gaan groeien
Uit ’t mij bekend weleer;
’t Is, schoon ‘k ’t met weemoed
zegge,
Mijn oud Ten Post niet meer……….
G. VAN RIJMHOVE
* Bersie is een Gronings woord voor een barge
Dat was een IJzeren trekschuit voor het vervoer
van personen en goederen. In gebruik tussen ca. 1850 en 1920. Een barge werd
evenals een snikke door een paard getrokken. De rompvorm verschilde echter
aanzienlijk. In tegenstelling tot de snikke had de barge een rechte vallende
voorsteven en een ronde klipper-achtige achtersteven.