In 2016 jaar werd gestart met de aardbevingbestendigheidsinspecties van de woningen, om te beginnen die in de Jan Zijlstraat. Er wordt in nieuwe golf van bouwactiviteiten onderzocht of de woningen geschikt zijn om een aardbeving met de kracht van 5,0 op de schaal van Richter kunnen weerstaan. Vastgesteld wordt of en zo ja welke versterkingen noodzakelijk zijn om instortingsgevaar te voorkomen. Om daarover duidelijkheid te krijgen worden bij diverse woningen stukjes opengebroken om vast te stellen hoe de constructie in elkaar zit.
In de tweede helft van 2016 werden alle woningen in Jan Zijlstraat, Oldenhuisstraat, Johan Rengersstraat, Tuwingastraat, Tammingastraat en Hendrik Veldmanstraat geïnspecteerd. 77 huurwoningen en 76 eigen woningen. 4 eigenaren weigerden medewerking. Dit gebied werd vanaf 2018 als "Nije buurt" aangeduid.
In de eerste helft van 2017 werden de woningen in Lellens, Winneweer en Ten Post ten zuiden van het Damsterdiep geïnspecteerd.
In de tweede helft van 2017 werden de woningen in Kröddeburen, Wittewierum en in Ten Post ten noorden van het Damsterdiep (exclusief Nije buurt) geïnspecteerd.
Een woninginspectie was een ingrijpend gebeuren.
De woninginspecties worden uitgevoerd door het Centrum Veilig Wonen (CVW) in opdracht van de Nationaal Coördinator Groningen (NCG)
Het CVW gaf het volgende tijdspad aan:
1. Kennismakingsgesprek
2. Uitgebreide bureaustudie
3. Bespreken inspectieplan
4. Uitvoeren inspectie
5. Inspectierapport
6. Beoordeling van de sterkte van uw woning
7. Versterkingsadvies
In de eerste 2 weken: 1. tot en met 3.
In de 2 weken daarna: 3. tot en met 4.
In de volgende 26 weken: 4. tot en met 7.
Bij elkaar dus 30 weken van begin tot duidelijkheid over de versterking (indicatie)
In werkelijkheid duurde 1 t/m 4 inderdaad ongeveer 4 weken, maar de stappen daarna vergden veel meer tijd.
1. Kennismakingsgesprek
De bewonersbegeleider komt kennismaken en geeft nadere informatie. Samen met de bewoners wordt een datum vastgesteld voor het bespreken van het inspectieplan (3.) en voor de daadwerkelijke inspectie (4.).
Het was de bedoeling van NCG en CVW dat de bewonersbegeleider een vaste persoon was gedurende het hele tijdspad en liefst later ook, maar van zo'n duurzaam verband was in de meeste gevallen geen sprake. Irritant vaak vond er een wisseling van bewonersbegeleider plaats.
Voor dit en de volgende gesprekken/activiteiten moest de bewoner overdag thuis zijn. Daarvoor ontving de bewoner een vergoeding.
2. Uitgebreide bureaustudie
Op basis van gegevens vanuit gemeente, eerdere inspecties, tekeningen, constructiegegevens en informatie uit het Kadaster wordt een inspectieplan voor de woning opgesteld.
In het inspectieplan wordt aangegeven wat er onderzocht gaat worden en hoe men dat wil aanpakken.
In de tekeningen van fundering, begane grond, verdieping, zolder, dak en doorsnede worden met gekleurde vakken aangegeven waar en met welke impact een onderzoek wordt ingesteld, met daarbij in tekst wat onderzocht wordt.
Met de volgende kleuren wordt de impact aangegeven:
Bruin: Grondafgraving
Donkerblauw: Verwijderen van afwerkingen of lokale gaten op vloer niveau
Paars: Verwijderen van afwerkingen of lokale gaten op hoogte
Groen: Toegangsluiken naar nauwe ruimtes
Geel: Wapening scannen
Kleurloos: Visueel onderzoek
Voorbeelden:
Bruin: Ontgraven voor fundering onderzoek, Paalcontrole
Donkerblauw: Plafondafwerking verwijderen voor inspectie latei (oplegging/type) en koppeling
vloerbalken met latei
Paars: Dakpannen verwijderen en mogelijk gat maken in beplating voor onderzoek dakplaat
aansluiting
Groen: geen voorbeelden bekend
Geel: Scannen naar spouwankers
Kleurloos: Visueel onderzoek aansluiting/verbinding knieschotten
3. Bespreken inspectieplan
De bewonersbegeleider komt weer langs en heeft nu een bouwkundige van het CVW bij zich. Die licht het inspectieplan toe. Bewoner kan aangeven wat hij er van vindt en voor welke onderzoeken hij een andere oplossing wenst. Zo kan het zijn dat de bewoner alsnog de informatie kan verschaffen die vervolgens niet meer onderzocht hoeft te worden.
4. Uitvoeren inspectie
's Morgens om acht of negen uur komen er verschillende auto's aanrijden. Zij parkeren in de buurt. Als iedereen er is komen de vakmensen onder aanvoering van de bewonersbegeleider aanbellen bij de te inspecteren woning.
De bewoner heeft een vrije dag moeten nemen (en wordt daarvoor gecompenseerd) want men wil alleen in het huis werken als de bewoner (of diens vertegenwoordiger) aanwezig is.
De inspecteurs gaan zelf met scanners aan de gang. Dwars door het metselwerk zoeken ze op waar bijvoorbeeld de spouwankers zitten.
Zodoende zijn ze al gauw twee dagen bezig. En als dat allemaal klaar is komt er weer een nieuwe speler, die een drie-scan van het exterieur en het interieur van de woning gaat maken. Daarbij wordt de camera steeds weer op een andere plek wordt opgesteld. Om alle opnames met elkaar in verband te kunnen brengen wordt een witte bal op een vanuit verschillende opnames zichtbare plek gelegd.
5. Inspectierapport
In dit rapport worden de inspectieresultaten vastgelegd, geen conclusies of berekeningen.
Deze rapporten gaan door naar de ingenieursbureaus die de sterkte van de woning en de eventueel gewenste versterking moeten beoordelen.
6. Beoordeling van de sterkte van uw woning
De beoordelingen worden wegens schaarste uitgevoerd door ingenieursbureaus in verschillende werelddelen. Er gaat heel veel tijd in zitten en deze beoordelingen leveren adviezen op die moeilijk zijn te communiceren met de bewoners. Daarom is eerst nog een vertaalslag nodig naar een meer begrijpelijke en vooral ook realistische oplossing voor de versterking.
7. Versterkingsadvies
In de documentatie staat: "Zodra de resultaten van de berekening van uw woning bekend zijn, gaan we hierover met u in gesprek. Indien uw woning aan de NPR 9998 voldoet, hoeven er geen werkzaamheden aan uw woning te worden uitgevoerd. Indien uw woning niet aan de NPR 9998 voldoet, wordt in een adviesrapport vastgelegd wat de benodigde versterkingsmaatregelen zijn. Het advies wordt door CVW met u besproken om uiteindelijk tot een uitvoeringsplan te komen."
In de praktijk is een totaal andere aanpak gekozen. Lees daarover in de volgende hoofdstukken.
Kort samengevat:
De woningen geïnspecteerd in de tweede helft 2016 werden vanaf november 2017 geïnformeerd.
De woningen geïnspecteerd in de eerste helft 2017 werden vanaf januari 2020 geïnformeerd.
De woningen geïnspecteerd in de tweede helft 2017 zijn nog steeds niet geïnformeerd.